Er is ondertussen al veel over de nieuwe Omgevingswet geschreven. Deze wet moet maar liefst 26 wetten gaan integreren. Met een aantal daarvan heb ik in mijn dagelijkse praktijk als rentmeester en taxateur veel mee te maken. Enkele daarvan zijn bijvoorbeeld de Wet ruimtelijk ordening, de Onteigeningswet, de Flora en Faunawet en de Wet voorkeursrecht gemeente. Zomaar een voorbeeld van een aantal wetten die in één wet geïntegreerd moeten gaan worden.Recent heeft de minister twee interessante brieven (1 en 2) aan de kamer gestuurd met daarin de laatste stand van zaken over onder andere de Aanvullingswet grondeigendom en hoofdstuk 15 'Schade' in de Omgevingswet. Het leek mij wel aardig om de hoofdpunten er uit op een rijtje te zetten, die met name op ons vakgebied betrekking hebben.
Het belangrijkste uit de brief over de Aanvullingswet grondeigendom: vanaf 1 juli tot 18 september loopt er er een internetconsultatie aangaande de ontwerp AMvB's, waarin iedereen zijn opmerkingen over de voorgestelde wetswijzigingen kan aangeven (zie https://www.internetconsultatie.nl/).
De Aanvullingswet grondeigendom bevat een voorstel tot integratie van de volgende wetten:
- Wet voorkeursrecht gemeente
- Wet inrichting landelijk gebied
- Onteigeningswet
Interessant is naast de opzet van de nieuwe wetteksten ook de introductie van gedoogplichten en stedelijke herverkaveling in de wet. Het document beslaat in totaal 155 pagina's, helaas is het mij nog niet gelukt om het geheel door te nemen. Als ik interessante aspecten tegenkom, dan deel ik deze zeker.
Als tweede brief (zie eerste alinea) haalde ik de kamerbrief van de minister aan over de invulling van het hoofdstuk 'Schade' in de Omgevingswet. In dit hoofdstuk is het de bedoeling dat onder andere de Wet Nadeelcompensatie en het onderdeel planschade uit de Wro wordt opgenomen. De Wet Nadeelcompensatie is al door beide kamers goedgekeurd, maar tot op heden nog niet ingevoerd. Waarschijnlijk zal dat pas tegelijk met de invoering van de Omgevingswet gaan plaatsvinden.
In de brief van de minister wordt een belangrijk aspect aangehaald over het maatschappelijk risico. Ik citeer uit de brief het volgende:
"De huidige Wro kent al een forfait voor planschade, deze wet stelt het forfait op ten minste 2%. Aan de jurisprudentie kan worden ontleend dat een forfait van 5% redelijk is voor ontwikkelingen die in de lijn van de verwachtingen liggen.8 Gedacht kan worden aan kustversterking, de aanleg van nieuwe infrastructuur voor energie en vervoer en de inbreiding en transformatie van woon- en werkgebieden. Een forfait van 5% onderstreept dat alleen bovenmatige schade voor vergoeding in aanmerking komt. Een verhoging van het forfait nodigt gemeenten uit om globale omgevingsplannen vast te stellen, waardoor er meer ruimte ontstaat voor initiatieven van ontwikkelaars, burgers en overheden. In de Omgevingswet wil ik aansluiten op de huidige praktijk en alleen een grondslag bieden voor vergoeding van bovenmatige schade. "
Mocht deze bepaling in de nabije toekomst in de wet worden opgenomen, dan verwacht ik dat dit grote gevolgen zal gaan hebben voor de ontwikkelingen op het gebied van planschade en nadeelcompensatie. In de brief wordt nog een belangrijk component aangestipt, namelijk het moment van het ontstaan van de planschade of nadeelcompensatie. Het voert voor nu te ver om dat uit te diepen, wellicht dat ik dat een volgende keer zal aanstippen.
