donderdag 5 januari 2012

Eigendomsverkrijging door verjaring

Onlangs heb ik een lezing van Mr. Floris Sepmeijer (advocaat bij Pels Rijcken & Drooglever Fortuijn) bij gewoond over eigendomsverkrijging door verjaring. Een erg interessant onderwerp en het krijgt een extra leuke lading als hier de naam “Landje pik” aan gegeven wordt. Vanuit mijn werkveld is dit een interessant onderwerp, omdat een rentmeester vaak de eerste persoon is die het “Landje pik” constateert.

Kort gezegd ontstaat eigendomsverkrijging door verjaring doordat iemand het kadastraal eigendom (het onroerend goed) van een ander voor een duur van 10 jaar te goeder trouw en/of 20 jaar (ongeacht goede of kwade trouw) in bezit heeft. Maar ja, wanneer neem je volgens de wet andermans onroerend goed in bezit? Artikel 3: 113 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek zegt hierover:
“Men neemt een goed in bezit door zich daarover de feitelijke macht te verschaffen”

Echter, wanneer je je verder in die vraag gaat verdiepen, kom je al snel tot de constatering dat eigendomsverkrijging door verjaring vooral een juridisch verhaal is en dat er meer nodig is dan enkele op zichzelf staande machtsuitoefeningen. Ondanks dat kent, zo bleek gedurende de lezing, de geschiedenis toch succesvolle claims op verjaring.
De eigenaar van het, door de “Landje pikker”, in bezit genomen onroerend goed heeft in het geval van te goeder trouw 10 jaar en in andere gevallen 20 jaar de tijd om de inbezitneming te stuiten. Doet zij dit niet dan zal het eigendom, afhankelijk van de situatie, na 20 jaar toekomen aan de degene die op dat moment het bezit van de onroerende zaak heeft. Extra opmerkelijk vind ik het dat het kennelijk zo geregeld is, dat de bezitter ongedacht de duur van het bezit het eigendom verkrijgt. Dat wil zeggen dat iemand die 1 dag bezitter is eigenaar kan worden, omdat bijvoorbeeld de inbezitneming van zijn voorganger al 20 jaar duurde.
In de praktijk zie je dat het “Landje pik” met name de grootgrondbezitters (te denken aan gemeenten, de staat, waterschappen etc.) treft.
Interessant is ook dat verjaring op verschillende manieren te stuiten is, maar de meest voorkomende manier is de “Landje pikker” te laten erkennen dat de eigenaar een sterker recht heeft dan de bezitter. Dit kan bijvoorbeeld door de “Landje pikker” een huurovereenkomst aan te bieden. Indien de “Landje pikker” de overeenkomst tekent, zullen al zijn rechten op verjaring vervallen en kan hij geen eigendom meer claimen, ook al was hij meer dan 20 jaar bezitter van de onroerende zaak.

Indien jij als “Landje pikker” na 20 jaar van bezit formeel het eigendom op naam wenst te krijgen, kan je de notaris een akte van verjaring op laten stellen. Een dergelijke verklaring dient wel aan veel voorwaarden te voldoen. Ook dient de “Landje pikker” er rekening mee te houden, dat het laten opstellen van een dergelijke akte vaak het begin is van een rechtszaak, omdat de kadastraal eigenaar naar alle waarschijnlijkheid niet akkoord zal gaan met deze eigendomsontneming. Afhankelijk van de omvang van het onroerend goed kan het daarom, vanuit financieel oogpunt, aantrekkelijker zijn om als “landje pikker” toch om de tafel te gaan met de kadastraal eigenaar en te trachten de eigenaar te bewegen zijn of haar eigendom aan jou te verkopen.