woensdag 29 juni 2011
Vitaliteit van het schadeloosstellingsrecht in onteigeningszaken
Gisteren heeft zich een zeldzaamheid voorgedaan in onteigeningsland. Sinds lange tijd is weer eens iemand gepromoveerd op het werkterrein van het onteigeningsrecht. Het gaat om J.A.M.A. Sluysmans die uitvoerig onderzoek verricht heeft naar de vitaliteit van het schadeloosstellingsrecht in onteigeningszaken.
Ik heb het proefschrift met veel genoegen doorgenomen en mocht de verdediging ervan bijwonen. Het proefschrift is in mijn ogen een belangrijke bijdrage aan de bestaande literatuur en daarover vertel ik om die reden graag wat meer.
De kernvraag is of de schadeloosstellingsregels, die al meer dan anderhalve eeuw oud zijn, nog bruikbaar - nog vitaal - zijn en zo ja, hoe dat komt. De eerste vraag wordt met een volmondig ja beantwoord. De vitaliteit wordt volgens het onderzoek veroorzaakt doordat de rechter, met name de Hoge Raad, een grote - maar nooit te grote - vrijheid heeft genomen bij het vormen en verfijnen van de schadeloosstellingsregels. Hierdoor is een verfijnd schadesysteem ontwikkeld, dat ruimte biedt om, als maatschappelijke ontwikkelingen of ontwikkelingen in de praktijk daarom vragen, mee te veren met die ontwikkelingen zonder de basis beginselen te verlaten.
Het onderzoek neemt ons mee naar de totstandkoming van de wet, diens voorganger en de parlementaire behandelingen die eraan vooraf gingen. Buitengewoon interessant vind ik de citaten uit oude onderzoeken van halverwege de 19e of het beging van de 20e eeuw, alsook de citaten van Thorbecke. De onderzoeker brengt de publicaties en opinies met elkaar in verband en plaats ze in hun historische context. Dit onderdeel maakt het geheel erg levendig en geeft heel goed weer wat de kern was van de onteigeningswet.
Daarnaast gaat het onderzoek in op de arresten van de Hoge Raad. Sterk vind ik dat hierbij niet getracht is volledig te zijn, maar meer getracht is om het stelsel van regels dat de HR ontwikkeld heeft te kenschetsen. Hierbij is veel aandacht voor de achterliggende redenen voor de HR om de keuzes te maken zoals die gemaakt. Juist hierdoor is dit promotie onderzoek buitengewoon geschikt voor een lezer die begint in het schadeloosstellingsrecht en zich hierin wil bekwamen. Als dit onderzoek gelezen en begrepen wordt, is de lezer de kern van het schadeloosstellingsrecht machtig. In mijn opinie is het boek ook zo geschreven dat het voor een niet-jurist prettig leest. Het is dus eigenlijk een heel geschikt boek voor iedereen die meer wil weten over de kern van het schadeloosstellingsrecht.
De promovendus is tijdens de ceremoniële zitting in Leiden kritisch ondervraagd over zijn onderzoek. De hooggeleerde opponenten hebben veelal een ander vakgebied dan sec het onteigeningsrecht. De vragen richtten zich dan ook op aanverwante rechtsgebieden en de relatie hiervan met de onteigeningswet. Zo moest de kandidaat vragen pareren die verband hielden met bestuursrecht, Europees recht en specifieke rekenmethodieken voor het vaststellen van de schade. Sluysmans wist telkens kordaat te antwoorden en wist vele uitstapjes naar andere rechtsgebieden naar tevredenheid te maken. Dat vond kennelijk ook de commissie, want na een korte beraadslaging kon de promotie een feit worden.
Tijdens het lezen van het onderzoek, maar ook tijdens de promotie zitting, werd mij nog weer eens duidelijk in wat voor bijzonder rechtsgebied ik eigenlijk dagelijks opereer. Een wet die goeddeels nog stamt uit 1851. Een 'coup' die gepleegd is in 1864 met als doel de invoering van het beginsel van een volledige schadeloosstelling door de Hoge Raad en vervolgens anderhalve eeuw boeiende jurisprudentie vol met ficties, regels verfijningen hiervan. Dit alles om ons schade adviseurs en taxateurs in de praktijk handvatten te geven om aan de beginselen van volledige schadeloosstelling recht te doen. In die zin werkt dit promotie onderzoek ook nog inspirerend en motiverend. Ik heb mij in elk geval voorgenomen om ook de originele werken en publicaties van auteurs als Jonckers Nieboer, Lubbers, Telders etc. te gaan verzamelen omwille van hun fantastische formuleringen, soms in oud Neerlandsch, die geciteerd zijn in dit onderzoek. .
Het promotie onderzoek in boekvorm is onder meer hier te bestellen. Voor zover dat nog niet duidelijk was uit de voorgaande tekst, raad ik iedereen uit dit vakgebied aan om het boek te bestellen.
Rest mij niets meer dan de verse doctor te feliciteren en te bedanken voor een mooi overzicht van de kern van een, voor mijn dagelijkse praktijk, belangrijk rechtsgebied: Jacques nogmaals gefeliciteerd en dank !