woensdag 17 maart 2010
Crisis- en Herstelwet
De Eerste Kamer heeft na een lang debat ingestemd met de Crisis- en Herstelwet, in het kort de CHW. Met name het onderdeel dat ziet op aanpassing van de Onteigeningswet heeft tijdens het debat stof doen opwaaien. Ook vooraf is het onderdeel onteigening voer geweest voor veel discussie.
De CHW beoogt namelijk een versnelling van de onteigeningsprocedure. Dit wordt onder meer bereikt door onteigeningsbesluiten rechtstreeks door de Kroon te laten nemen. Er is echter ook een wijziging die veel ingrijpender is. De wetswijziging voorziet namelijk in het ontkoppelen van planologie en onteigening. De gerechtelijke procedure kan nu worden begonnen zodra het bestemmingsplan of het projectbesluit is vastgesteld. Het hoeft dus niet meer onherroepelijk te zijn. Ook de eigendom kan al overgaan voordat het plan onherroepelijk is.
In de nieuwe praktijk kan het dus zo zijn dat iemand zijn eigendom kwijtraakt en dat daarna het plan waarvoor onteigend wordt niet meer doorgaat. Er bestaat nog wel een terugleverplicht waarop de onteigende zich kan beroepen. Deze is zelfs iets verruimd. Over het algemeen wordt de wijziging echter gezien als een te grove inbreuk op het grondwettelijk eigendomsrecht. De heersende opinie in het vakgebied is dat de huidige crisis niet zwaar genoeg is om een dergelijke ommezwaai te rechtvaardigen. Ook wordt onteigening niet als bottleneck gezien voor bijvoorbeeld de nieuwbouwprojecten. Je kunt de grond wel onteigenen, maar als niemand de daarop gebouwde woningen koopt, wat is dan de versnelling ?
De eerste kamer heeft zich uitvoerig laten informeren middels een hoorzitting met deskundigen. Tijdens deze hoorzitting zijn ook zorgen geuit en is het voorstel gedaan een belangrijk onderwerp als de onteigeningswet afzonderlijk te behandelen en de wet zelf integraal te vernieuwen. Dit advies heeft niet geleid tot aanpassing of intrekking van het wetsvoorstel van de CHW. Tijdens de behandeling van de CHW in de eerste kamer is een motie ingediend die tot strekking heeft het onderdeel 3.9 van de wet (die aanpassing van de onteigeningswet tot gevolg heeft) niet in werking te laten treden en ten spoedigste te komen tot een herziene onteigeningswet. Deze motie heeft het ook niet gehaald.
Reden voor dit alles is een brief van Minister President Balkenende aan de Eerste Kamer waarin hij tegemoet komt aan de geuite bezwaren. Dit gebeurt door in de praktijk de Kroon te vragen voorwaarden te verbinden aan de onteigening. Een van de voorwaarden wordt dat de civiele rechter wordt gevraagd om een voorwaardelijk vonnis tot onteigening. Namelijk de voorwaarde van het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan. Dit is nu niet verankerd in wetgeving. Het lijkt er op dat de haast om de wet er door te krijgen zwaarder gewogen heeft dan het goed repareren in wetgeving van iets dat kennelijk niet de bedoeling is geweest.
Ik ben benieuwd of de praktijk zich zo zal gedragen als verlangd wordt in de brief van de minister president Balkenende. Of zijn voorganger van weleer, premier Thorbecke, deze wetswijziging kan waarderen betwijfel ik. In elk geval zal ons vak weer een verandering ondergaan. Permanente educatie is geen overbodige luxe !